Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij begroeven de beenderen van Saul en zijn zoon Jonathan in het land van Benjamin te [27]Zela, in het graf van zijn vader [28]Kis, en deden alles, wat de koning geboden had. Alzo werd God na dezen [29]den lande verbeden. 27. Zie Joz.18:28. 28. Zie 1 Sam.9:1,2. 29. Dat is, den inwoners des lands, den Israelieten, zodat Hij de plaag des hongers wegnam en weder regen gaf met vruchtbaarheid. Vergelijk onder, hfdst.24 vs.25.